Een Drive app is lokaal geïnstalleerd op uw werkstation of mobiele apparaat. De Drive app maakt het mogelijk bestanden en mappen te benaderen die op de server staan. De Drive app synchroniseert gegevens tussen uw lokale machine, uw mobile apparaat en de server. U bepaalt de gegevens om te synchroniseren:
Om een werkstation te synchroniseren moet u de volgende mappen aanmaken:
Een lokale map op uw werkstation.
Eén of meerdere remote mappen op de Groupware server.
Op een mobiel apparaat kan u selecteren welke objecten gesynchroniseerd moeten worden door deze te markeren als off-line beschikbaar.
Op een mobiel apparaat kan u verder aangeven of foto's of video's geüpload moeten worden. Deze functie heet de photostream.
Elke aanpassing die wordt uitgevoerd op de server wordt doorgevoerd op het werkstation en de mobiele apparaten. Elke wijziging op een werkstation of een mobiel apparaat wordt doorgevoerd op de server en andere apparaten.
De volgende aanpassingen worden gesynchroniseerd:
nieuwe bestanden
veranderde bestandsinhoud
bestandsnaam veranderingen
bestanden verwijderen
nieuwe mappen
mapnaam veranderingen
mappen verwijderen
Op de server kan u de volgende mappen selecteren voor synchronisatie:
Persoonlijke mappen
Publieke mappen, gedeelde mappen
Afhankelijk van de serverinstellingen zijn sommige mappen niet beschikbaar voor synchronisatie.